“Ik wil niet arrogant klinken, maar ik heb al veel successen op mijn naam. Ik ben de beste die je kunt krijgen.” Aldus de sollicitant. Beetje arrogant? Of is ie gewoon heel goed?
De sollicitant gebruikt een zogenoemde disclaimer: een verbaal hulpmiddel waarmee je jezelf bij voorbaat indekt tegen twijfels of negatieve typeringen over je gedrag. Mensen doen dat op alle mogelijke manieren: “Het is niet mijn bedoeling je te kwetsen, maar…”; “Ik wil niet onbeleefd zijn, …”; “Ik ben geen racist, maar...”.
Werkt dit? Als je zegt “Ik wil niet arrogant klinken”, neemt de toehoorder dan aan dat je dat ook niet bént? Ervaring leert dat na een disclaimer meestal precies datgene komt wat men wilde ontkennen: iemand die zegt 'Ik wil me er niet mee bemoeien, maar...', die gaat zich daarna steevast ergens mee bemoeien. Begint een zin met 'Ik ben geen racist,....', dan kun je er donder op zeggen dat er een uitlating aankomt die op z'n minst naar racisme zweemt.
Onderzoek* laat zien dat dit ook het effect is op de toehoorder: Iemand die begint met 'Ik wil niet arrogant lijken', wordt arroganter gevonden dan iemand die precies hetzelfde over zichzelf vertelt zonder de disclaimende intro. Door het woord ‘arrogant’ activeer je dit begrip in het brein van de toehoorders. Je maakt hen alert op de mogelijkheid. Hierdoor zullen ze je gedrag eerder interpreteren in termen van de eigenschap die je zelf net genoemd hebt. Je bereikt dus het tegendeel van wat je beoogde.
Kennelijk kunnen mensen hun eigen graf graven met disclaimers. Dit verschijnsel zou weleens veel breder kunnen zijn. Mensen doen allerlei uitspraken met de bedoeling invloed uit te oefenen op de indrukken die anderen zich vormen. Denk aan: “Luister eerst even voordat je boos wordt”. De toehoorder is gewaarschuwd: er is een reden om boos te worden! En als mensen iemand complimenteren, zeggen ze er weleens grappend bij: “Effe slijmen hoor!” Door zo’n opmerking relativeren ze hun wellicht welgemeende compliment.
Een ander type disclaimer wordt self-handicapping genoemd: als mensen iets moeten presteren (bijv. een examen of presentatie), werpen ze soms bepaalde drempels (handicaps) op voor een goede prestatie. Ze zeggen bijvoorbeeld: “Ik heb helaas weinig tijd gehad om het voor te bereiden” of “Ik hoop er maar het beste van, want mijn powerpoint werkte gisteren niet goed”. De bedoeling is capabeler over te komen: gaat het fout, dan komt dat door de belemmering die je hebt genoemd; gaat het goed, dan ben je kennelijk zó goed dat je presteerde ondanks die belemmering. Maar het pakt soms anders uit: door de drempel die je opwerpt verwachten mensen een slechtere prestatie (“Niet voorbereid? Oei”). En zullen ze je missers dus eerder opmerken.
Eén verraderlijke disclaimer wil ik nog noemen. Als iemand in een discussie een zin begint met “Met alle respect, maar…” dan weet je al dat weinig respect is voor je standpunt. Nog irritanter is: Als mensen het in een debat met je oneens zijn, beginnen ze hun tegenargument soms met: “sorry, maar” of “het spijt me” – waarmee ze impliciet zeggen: “Ik kan het ook niet helpen dat ik het gewoon beter weet.” Hierin zit niet alleen een disclaimer verpakt (“het is niet mijn bedoeling het beter te weten”) maar ook neerbuigendheid (“helaas, ik had het je zo gegund om gelijk te hebben, maar de feiten zijn zoals ze zijn en die moet ik in mijn onmeetbare alwetendheid helaas mededelen”).
Ik wil natuurlijk niet moraliserend overkomen, maar het beste voor ons aller innerlijke rust is om het gebruik van disclaimers totaal af te schaffen.
*El-Alayli e.a.: "I don't mean to sound arrogant, but . . ." The effects of using disclaimers on person perception. Personality & Social Psychological Bulletin, Jan. 2008.